De Bosbokkentrail

Ergens halverwege de Bosbokkentrail passeerden we een Belg. Hij liep met de tong op zijn schoenen. We dachten dat hij hier voor het eerst liep en dat hij het terrein een beetje verkeerd had ingeschat. Dat bleek niet zo te zijn. De goede man vertelde dat hij voor de tweede keer door de prachtige natuur van de Kop van Schouwen liep. Twee jaar geleden deed hij ook mee en vond het toen zo mooi dat hij toen al zeker wist dat hij terug zou komen. Met een paar loopvrienden.

Dodemanspad1

Hij hield woord, alleen had hij vooral de mooie dingen onthouden. Een paar zware stukken waren uit zijn geheugen gewist en nu moest hij op de blaren zitten. Vooral het traject van een kleine 3 kilometer door de Meeuwenduinen, over het beruchte Dodemanspad, hakte er nogal heftig in.

Dodemanspad 2

Ach ja, het Dodemanspad. Vroeger klonk die naam me nogal mytisch en heroïsch in de oren. Een van mijn eerste klussen voor de PZC was een verslag maken van de Pannenkoekloop en toen de organisator me over het Dodemanspad vertelde, dacht ik dat hij een grapje maakte. Dat was een jaar of 30 geleden. Er zelf overheen lopen was niet aan de orde, want het lag nogal afgelegen en ik was toen niet meer dan een simpele wandelaar. Een interview met de winnaar (geen idee meer wie dat was) leerde me na afloop dat dat Dodemanspad écht bestond. En dat die naam niet zomaar uit de lucht was komen vallen.

Tien jaar later rende ik voor het eerst van m’n leven over dat Dodemanspad. Ik was gaan hardlopen en debuteerde in de Pannekoekenloop. Voor de prachtige natuur had ik toen geen oog. Allemachtig, wat ging ik daar kapot. Alleen maar mul zand, duin op duin af, de ene nog steiler dan de andere. Er kwam maar geen eind aan. Toen we eindelijk naar het strand afdaalden was het al helemaal over en uit. Een kilometer of 6 gelopen, nog ongeveer 9 te gaan. Ik weet nog dat ik me op het strand kon verschuilen in een groepje en dat de wind desondanks heel hard in mijn snufferd blies. En dat er daarna in het bos nog een heleboel gemene heuvels kwamen met opnieuw heel veel mul zand. Het mytische en heroïsche beeld van het Dodemanspad had plaatsgemaakt voor een beeld van de hel.

Dat was toen. Inmiddels klinkt de naam Dodemanspad me weer wat vriendelijker in de oren. In de tussentijd heb ik wat meer spieren in de benen gekweekt en wat meer ausdauer in het lijf. Nu kan ik genieten van het fantastische landschap, dat je net zo goed op de Veluwe of met een beetje fantasie in de Sahara tegen zou kunnen komen. Dat genieten wordt echter altijd gelardeerd met een vleugje pijn. Degene die wil beweren dat hij of zij daar de man met de hamer nooit tegenkomt, mag zich bij mij melden. Ik ben heel benieuwd hoe hij of zij dat doet.

Dit keer bedroeg die pijn bij mij iets meer dan een vleugje. Ik liep samen met Berry Knibbeler, we zouden het rustig aan doen en mede daarom had ik voor de start stoer beweerd dat een hardloper geen haast moet hebben. Bij mij pakt dat soort voornemens vaak toch iets anders uit. De eerste kilometers deden we het dacht ik behoorlijk rustig aan. Op het strand wandelden we zelfs een stuk om goed te kunnen eten en drinken. Tot de Meeuwenduinen was er eigenlijk niet veel aan de hand. Maar daar aangekomen merkte ik dat het allemaal toch wat aan de snelle kant was geweest. Het was niet rustig genoeg geweest.

Op het Dodemanspad ging ik al een beetje behoorlijk kapot en in het bos liep het ballonnetje nog wat verder leeg. De laatste lus door de Zeepeduinen was een verzoeking. De griepjes van de laatste weken bleken meer schade te hebben aangericht dan ik had verwacht. Berry verdween langzaam uit het zicht. Zelden zo kapot gegaan in een trail van slechts 30 kilometer. In het klassement wachtte me een plaats ver in de achterhoede.

Er was ook een canitrail. Prachtig, rennen met die honden. Zou ik ook wel eens willen.

Thuis had ik kookdienst. Ik heb friet gebakken, de coq au vin in de oven gezet, groente gekookt, een toetje gemaakt en zelfs afgewassen. Maar dat waren dan ook wel zo’n beetje de laatste zinvolle activiteiten van de dag. In bed heb ik gedroomd van het Dodemanspad. Ik heb er wel twintig keer over gelopen. Doodmoe werd ik wakker.

Tot besluit het gedicht. Hij is weer mooi, Pieter! Een heuse vilanelle.

ren,

ren, ren doorheen het einde van de nacht

de dag moet leven en jij moet gaan

schreeuw dat de nieuwe morgen op je wacht

de snelle die doorgaat tot het einde van zijn kracht

hoort tot 3 maal toe het kraaien van een haan

ren, ren doorheen het einde van de nacht

de trage loper die naar meer snelheid smacht

kan niet goed met zijn verlies omgaan

schreeuw dat de nieuwe morgen op je wacht

de ultraloper die lekker draaft zonder klacht

laat om een verloren uur geen traan

ren, ren doorheen het einde van de nacht

de zwaarmoedige die altijd op verlossing wacht

moet deze duisternis doorstaan

schreeuw dat de nieuwe morgen op je wacht

en jij stoere loper die daar lacht

kijk de nieuwe morgen maar eens aan

ren, ren doorheen het einde van de nacht

schreeuw dat de nieuwe morgen op je wacht

pieter

11 februari 2022


	

5 gedachtes over “De Bosbokkentrail

  1. Weer een pakkend verhaal over een pittige loop Koen. Je ging dus ook kapot in de Meeuwenduinen. Voor mij was dat een herhaling van De vorige keer. Mooi gedicht weer van Pieter.

    Like

  2. Weer een mooi verhaal Koen. Heb zelf nog nooit door de Meeuwenduinen gelopen laat staat door het dodemanspad. Maar wie weet binnenkort een wandeling met de vrouw.. een van de Schouwse etappes. Groetjes Jan.

    Like

  3. Dodemanspad, voor miij was het The Highway to hell. Maar aan alles komt een einde, ook aan het dodemanspad en nu 2 dagen later is alle pijn al weer verdwenen. Tot volgend jaar!!!

    Like

Plaats een reactie